

Ik krijg post. Herkenbaar, door rouwzegel en enveloppe met randje. Mijn tante is overleden. Alle nichten en neven zijn uitgenodigd en besluiten naar de condoleance in het midden van het land te gaan. Verdrietig en ook dankbaar zijn we.
De roze kaart past perfect bij haar met bloemen overweldigende kist. Een tuintje van positiviteit. Mijn tante was van de bloemen. Ze regelde het als we iemand moesten loslaten. Vaak een tafelstuk. Met mijn zus bekeek ik de powerpoint. Deze bracht ons terug naar vroeger.
Een week logeren op de boerderij met paarden. Zulke fijne herinneringen aan. Een positieve sfeer. We voelden ons welkom. De volgende dag zitten we in de kerk waar ook oma haar mis heeft gehad. De zon schijnt door de gekleurde glas-in-lood ramen. Mooie woorden van mijn nicht geven een goed beeld van haar leven. Mijn tante was een echte dame die veel glimlachte. Na de mis gaan we als familie naar de begraafplaats.
De zon doet lekker mee en we geven tante een mooie, roze roos. Na afloop komen we in de aula van de begraafplaats samen. Koffie en hapjes. Het drankje werkt verbindend voor de familie. Catering is speciaal ingehuurd en het ontbreekt ons aan niets. Ze doen hun werk geweldig en het kleinkind zegt dan ook; wees lief voor horeca-personeel. Vriendelijkheid kost niets en brengt veel. Ik voel me dankbaar dat we er allemaal bij mochten zijn.