Het is precies een halfjaar geleden. Het is prachtig weer. We varen uit met een speciale missie. De dag van de asverstrooing van jouw geliefde. Jij met je dochter, een intiem gezelschap vandaag, we zijn met zijn drietjes. Het water is rustig, de zon schijnt en de hemel is helder blauw.
We drinken een kopje koffie met slagroomsoesjes erbij. Wat hielden jullie ervan, om op reis gaan. En dat hebben jullie ook veel mogen doen samen. De herinneringen van stralende vakanties komen naar boven. Om de herinnering aan een reis vast te houden, hadden jullie op een groot doek een kunstwerk laten maken met houtskool. Het is een vliegtuig, het lijkt wel een Dakota.
Dat gevoel van eerdere tijden, dat is prachtig. We hebben het gebruikt op de rouwkaart. Het was alsof jij op vakantie ging, voor de laatste keer. Met je dochter zou je nog naar de windmolens rijden. Nu varen we eronder. Indrukwekkende grote vleugels, die enorme wieken die draaien.
Het is een goede plek om los te laten. Er is op dit moment bijna geen scheepvaart. We testen de windrichting met wat bloemblaadjes. En dan is zover, we geven je terug aan de natuur. Met een vleugje van rozenblaadjes en 2 zonnebloemen. Op dat moment komt er een klassiek vliegtuig aanvliegen. Laag over de plek waar wij ons bevinden. Daar waar wij je, onder jouw muziek, loslaten.
Bijzonder, ik blijf me steeds weer verwonderen, wat een mooie tekens. Getroost door de verwondering varen we terug. Kijkend naar het Wereld Erfgoed van ons mooie Stoomgemaal, zetten we de koers terug naar de Lemmer. Het voelt als thuiskomen van de laatste reis.