Het is herfst. Ik rijd terug van een afscheid op de natuurbegraafplaats in Arnhem. Prachtig. De zon geeft haar warmte aan ons. De bomen laten hun gouden bladeren zien. Ik voel me voldaan. Ik heb thuis al lekkere paddenstoelensoep gemaakt à la Suuz. Heerlijk, met een bosuitje en diverse champignons, eekhoorntjesbrood en een vleugje room.
De volgende middag ben ik in Delft uitgenodigd om te kijken bij de bijzondere Kistenfabriek Loop. Deze is door jonge mensen van de universiteit opgezet. Ze hebben iets gaafs ontdekt. Hun missie: geen bossen kappen voor een kist, maar iets toevoegen aan de aarde. De kisten die ze maken zijn gekweekt van schimmels, een soort champignons, die oplossen in de aarde en die zo de aarde verbeteren. De kist composteert het lichaam en zuivert de grond. Hoe geweldig is dit?
In ons bestaan als mens op aarde nemen we vooral. We produceren teveel afval, maar nu kunnen we compost worden. Nu kunnen we iets teruggeven. Ik ben enthousiast. We gaan de omgebouwde, voormalige garage binnen. Lekker duurzaam, dat hergebruik. Eenmaal binnen zie ik dat er verschillende modellen zijn en aldaar kunnen de kisten ook gevoeld worden. Een van de kisten voelt heel zacht. De ‘huid’ voelt als een beschermlaagje van camembert. Alleen zonder die intense lucht. Zo’n kist kunnen ze al in zeven dagen laten groeien.
Wat bijzonder. Loop, met het teken van oneindigheid in het logo. Mooi, zoveel enthousiaste mensen die echt helpen om de wereld iets mooier te maken. Fijn dat wij seizoenen kennen en dat de vergankelijkheid er mag zijn, als een bult herfstbladeren die vergaan zijn als de lente komt.